Steak tartare

Een klassieker bij uitstek, hierbij mijn versie, geïnspireerd op iemand die hem beschrijft als “van Flo”.

Voor 2 personen als hoofdgerecht, bij voorgerecht minder per persoon serveren.

1 stuk kogelbiefstuk van 300 gram
2 eierdooiers
2 theelepels mosterd
zonnebloemolie en olijfolie (gebruik 20% olijfolie en de rest zonnebloemolie)
worcestersaus
tabasco of een andere “mexican pepper sauce”
1 sjalot
20 gram kappertjes
50 gram cornichons (knapperige, zure augurkjes)

Bereidingswijze

Vraag de slager om het vlees aan 1 stuk; zelf snijden is leuker en je hebt meer kans dat je een mooi vers stuk krijgt. Snijd het vlees eerst in reepjes en hak het dan in kleine blokjes (0,5 x 0,5 cm). Houd het vlees steeds koel.

Klop de dooiers in een kom met een vork los met de mosterd. Voeg naar smaak worcestersaus, tabasco, zout en eventueel peper toe. Klop in een heel dun straaltje een gelijk volume aan olie door het dooiermengsel.

Snijd de sjalot, kappertjes en augurkjes heel fijn. Schep alles door het dooiermengsel.

NB. meestal gooi ik er nu nog een (kleine) eetlepel drank door, bijvoorbeeld cognac.

Schep vlak voor serveren de fijngehakte biefstuk door de dressing. Proef of er nog wat tabasco, zout of versgemalen peper bij moet.

Schep de steak tartare in een cirkel van 3 cm dik (formaat hamburger) op borden. Ik gebruik ook vaak vierkante vormen hiervoor, of gewoon lui in een hoopje 🙂

Lekker met friet en sla.

In vierkante vorm meestal tegenwoordig: